Einde zitting
Na de bewogen getuigenis zit de procesdag erop. De zitting wordt geschorst en donderdag verdergezet.
Woedende reacties
Voorzitter Bart Meganck roept op tot kalmte, maar barst vervolgens zelf uit. "Jullie moeten zich schamen!", klinkt het.
Ook Christian Clement, één van de raadsmannen van Romuald Verburgh, staat recht. "Ik wil geen woorden vuilmaken aan deze twee figuren", foetert hij. "Het heeft geen zin, want het valt dood neer voor uw voeten."
Waar wilde men naartoe met het lijk?
Een jurylid stelt de getuigen de vraag wat hun bedoeling was met het lijk. Bruno C. reageert als eerste. "Ik kan het niet zeggen. Ik was quasi aan het slapen." Zijn ex-vriendin vult aan. "Mijn aanvankelijke bedoeling was niet om het te verbergen. Roepen op de plek van een moord was geen goed idee, maar ermee rijden ook niet. Ik had te voet moeten weglopen. Waarom ik niet naar links reed richting politiebureau, maar wel naar rechts? Ik wilde me aan de kant zetten om duidelijk te maken dat ik niet betrokken wilde worden bij de zaak."
Pieterjan Dens, advocaat van de nabestaanden, neemt het woord.
Dens: "Beseffen jullie dat jullie veroordeeld zijn voor lijkverberging?"
C. en D.: "Ja."
Dens: "En is het dan zo dat u zich gedraagt? Dit afdoen als een faits-divers?"
Bruno C.: "Maar nee. Er gaat geen dag voorbij zonder dat ik me afvraag waarom die jongen zo gefolterd moest worden."
Geheugenverlies
Kelly D. blijft omheen de hete brij draaien. "Ik weet het niet meer", klinkt het opnieuw. Tot groot ongenoegen van voorzitter Bart Meganck. "Het is triest hoe jullie zich hier gedragen", laat hij zich ontvallen. "Jullie hebben spijt van wat er gebeurd is, maar jullie slagen er niet in om een coherent verhaal te brengen. Blijkbaar heb je goed opgelet in de les."
"U kreeg toch een cursus strafrecht?"
Op de vraag wie het lijk in de koffer legde, moet Kelly D. het antwoord schuldig blijven. De voorzitter reageert geïrriteerd.
Voorzitter: "Ben u intussen Master in de Rechten?"
Kelly D.: "Ja."
Voorzitter: "Ik veronderstel dat u dan ook een cursus strafrecht kreeg?"
Kelly D.: "Ja."
Voorzitter: "Dan weet u ook wat de gevolgen kunnen zijn als u liegt?"
Kelly D.: "Ja, maar het is vijf jaar geleden... Ik weet het niet exact meer."
Het is een antwoord dat nog enkele keren volgt.
Voorzitter: "U bent wel heel veel vergeten. Ik heb de indruk dat u de ernst van de zaak niet snapt."
Kelly D.: "Ik ben me er wel degelijk van bewust."
Studente Rechten
De voorzitter onderwerpt Kelly D. aan enkele vragen. "Wat vertelde Verburgh aan de telefoon?", klinkt het.
Kelly D.: "Ik weet niet of hij alles gezien had, maar hij had de moord in elk geval gehoord. Hij vertelde ook dat Parrent verbrand was geweest tussen de benen."
Voorzitter: "Wat verlangde hij van u?"
Kelly D.: "Hij had schrik en wist niet wat te doen. Ik dacht eerst dat hij me belde, omdat we vrienden waren. Nu denk ik dat het was, omdat ik een wagen had."
Voorzitter: "Niet omdat u studente Rechten was?"
Kelly D. haalt haar schouders op.
Voorzitter: "Vroeg Verburgh om tot daar te komen?"
Kelly D. "Ik weet het niet meer. Ik wilde hem ondersteunen om naar de politie te gaan. Ik heb het hem ook gevraagd, maar hij had schrik."
"Ik had niets te maken met die moord"
Kelly vertelt dat ze, aangekomen op de parking, achterwaarts parkeerde tussen twee caravans. "Ik was jong, naïef en onverstandig. C. en Verburgh zijn naar buiten gegaan. Ik ben enige tijd later gereden tot de plaats waar Deltrude en Butera waren. Ik hoorde plots m'n koffer opengaan. Ik was verlamd en trok mijn haren uit. Ik had niets te maken met die moord. Ik zou normaal nooit zoiets doen. Ik heb gereden… Ik was zodanig gechoqueerd. Ik zigzagde. Zo zijn we uiteindelijk tegengehouden door de politie."
"Ik hoorde het hoofd van het slachtoffer bonken op de treden"
Bruno C. begint vervolgens te vertellen over de feiten in Middelkerke. "We zijn aangekomen op het appartement van Verburgh. Hij zou het ons tonen. Kelly bestuurde de wagen naar de camping. Daar toegekomen heb ik het gezien. Mijnheer Parrent lag volledig bloot neer op de grond. Verburgh wilde het lijk naar buiten trekken, maar ik wilde het in de caravan houden. Er was echter teveel bloed aan de rugzijde. Ik verloor grip. Ik hoorde het hoofd van de man botsen op de treden van de caravan. Dat geluid zal ik nooit vergeten. Ik weet niet meer hoe ik vervolgens terug in de wagen ben terechtgekomen."
Kelly ontkent
Kelly D. ontkent het verhaal van haar voormalige vriend. "Ik ben niet akkoord", zegt ze. "Ik heb telefoon ontvangen van Verburgh en hij heeft meteen gezegd dat hij getuige was geweest van een moord. Mijnheer C. heeft de telefoon meerdere keren in z'n handen gehad. Hij wist dus wat er gezegd was geweest."
Verklaring Bruno
Bruno C. en Kelly D. waren naar de kerstmarkt in Namen geweest, toen zij telefoon kreeg van Romuald Verburgh.
Voorzitter: "Waarover ging dat gesprek?"
Bruno C.: "Geen idee. Ik hoorde enkel dat er een probleem was. Ik heb vervolgens beslist om de wagen van Kelly te besturen om naar Middelkerke te gaan."
Voorzitter: "En dat is normaal?"
Bruno C.: "Ik had die dag enorm veel gedronken."
Voorzitter: "Was Kelly dronken?"
Bruno C.: "Neen."
Voorzitter: "Dus u bestuurder de wagen, terwijl er een BOB - genaamd 'Kelly' - naast u zat..."
Lijkverbergers getuigen
Bruno C. (46) en Kelly D. (25) nemen nu plaats op de getuigenstoel. Zij werden door de correctionele rechtbank in Brugge al veroordeeld voor lijkverberging. C. kreeg 15 maanden cel met uitstel, terwijl z'n toenmalige vriendin 120 uren werkstraf kreeg. Het Openbaar Ministerie ging intussen in beroep tegen die straffen.
"Hij wist me wonen, als ik teveel zou babbelen"
Voorzitter Bart Meganck laat Romuald Verburgh rechtstaan en vraagt hem naar de vermeende bedreigingen door Butera en/of Deltrude.
Voorzitter: "Wanneer zijn die bedreigingen gevallen?"
Verburgh: "Op het moment dat ik gevochten heb met Butera. Hij zei me dat hij me wist wonen, als ik teveel zou babbelen."
En plots wordt de beschuldigde bestookt met enkele vragen over de lijkverberging.
Voorzitter: "Vindt u dat u daarbij betrokken bent?"
Verburgh: "Ja."
Voorzitter: "En wat hebt u precies gedaan?"
Verburgh: "Ik ben het lichaam gaan halen met Bruno en Kelly. Ik wist zelf niet wat we ermee zouden doen. Bruno zei wel dat we het wellicht zouden weggooien in het water."
De vragen zorgen voor wrevel bij de verdediging van Verburgh. Zijn advocaat Filip De Reuse benadrukt dat de lijkverberging niet betwist zal worden. De voorzitter antwoordt dat hij uit de vraagstelling van de voorbije dagen het tegendeel meent op te maken.
"We verloren ons huis door de overstromingen"
Het gezin van Verburgh woonde tot vorig jaar in Rochefort. "We verloren ons huis echter door de overstromingen", vertelt z'n vriendin. "We verhuisden naar Amay en sindsdien is het moeilijk om werk te vinden. Ik heb wel een uitkering, maar Romuald niet."
Voorzitter: "Wat kan je over Romuald vertellen als persoon?"
Alison G.: "Romuald heeft een groot hart. Hij is een zeer goed persoon die alles zou doen voor z'n kinderen. Hij is een schat van een mens in het bijzijn van z'n familie en kinderen."
Voorzitter: "Heeft hij u ooit verteld wat er die avond is gebeurd."
Alison G.: "Hij heeft me uitgelegd wat hij heeft gezien en wat hij heeft gedaan. Romuald is die avond proberen tussenkomen. Hij heeft op dat moment een slag gekregen. Het enige wat hij met Kelly en Bruno heeft gedaan, is het lichaam verplaatst. Romuald heeft enorm veel spijt dat hij niet meteen naar de politie is gestapt. Hij had schrik. Door z'n gerechtelijk verleden, maar ook omdat men hem had afgedreigd. Men zou mij en de kleine iets aandoen. Ik weet niet of het Julien of Alain was die die bedreigingen uitte."
Voorzitter: "Dat heeft hij hier nooit verklaard... Vreemd..."
Zakje met kleren
Kelly D. en haar toenmalige vriend Bruno C. gingen Romuald Verburgh uren na de moord ophalen bij hem thuis. Ook zijn vriendin was daar toen aanwezig. "Ik en Kelly spraken met elkaar en de jongens ook. Ik heb toen niets vernomen over het lijk. Romuald vroeg me enkel om een zakje klaar te maken met kleren. Ze zijn daarna vertrokken. Ik weet niet waar ze naartoe gingen. Ik dacht naar Namen."
Vriendin van Verburgh wordt verhoord
Momenteel is de vriendin van Romuald Verburgh aan het woord. Alison G. (32) vertelt dat haar vriend op 6 december 2017, de dag van de feiten, meermaals naar camping Marva III ging. "Hij ging onder meer kijken om een caravan te huren voor de winter, maar verder wist ik niet wat hij er zou doen." Rond 18.30 uur kwam Verburgh thuis. "Hij was zichzelf niet", zegt z'n partner. "Hij kon niet spreken en was lijkbleek."
Voorzitter: "Kelly D. (de vrouw die samen met haar vriend het lijk hielp verbergen, red.) belde u op een bepaald moment op?"
Alison G.: "Ja, ze kwam naar Middelkerke. Ze wilde Romuald komen halen om enkele dagen op vakantie te gaan in Namen. Dat was zo voorzien."
Voorzitter: "Intussen weet u toch al dat ze niet daarvoor naar Middelkerke kwamen? Ik moet erop aandringen dat u hier de waarheid zegt."
Alison G.: "Ik heb gezegd dat ik er niets van moest weten."
Voorzitter: "Maar Kelly heeft toch gezegd dat Romuald een moord had zien gebeuren?"
Alison G.: "Ja, ze heeft mij dat gezegd. Ik heb daar met Romuald over gesproken. Ik heb hem meermaals gezegd om naar de politie te gaan. Maar hij zou wachten tot Kelly kwam om te weten wat hij moest doen."
Zitting opnieuw van start
De zitting wordt hernomen met de getuigenis van één van de toenmalige campingbewoners. Eddy D. verklaart nooit problemen te hebben gehad met Romuald Verburgh, Alain Deltrude en Julien Butera.
Middagpauze
Voorzitter Bart Meganck last een middagpauze in. De zitting wordt geschorst.
Geld op gevangenisrekening
Dinsdag kwam ter sprake dat Raphaël D. een tijdlang geld stortte op de gevangenisrekening van Alain Deltrude. Maandelijks enkele tientallen euro's. "Waarom deed u dat?", vraagt meester Anthony Mallego zich af. "Hij heeft ook veel voor mij gedaan", antwoordt D. "Alain bracht me eten en deed soms mijn huishouden. Hij kwam vaak bij ons langs als we op de camping waren."
"Alain was de zwakste van de drie"
Raphaël D. vertelt dat Alain Deltrude quasi elke dag bij hem langskwam. "Ik kon me niet voorstellen dat hij zo'n feiten zou plegen. Ik heb Alain nooit kwaad gezien. Toen ik de politie op de camping zag staan, dacht ik dat er iets was gebeurd tussen Romu, Alain en Julien. Ik kon Alain niet meer bereiken en dacht dat er iets met hem was gebeurd. Hij was ook de zwakste van de drie."
Sigaretjes rollen
"Ik kwam net thuis, toen Romu, Alain en Julien zijn toegekomen", steekt Raphaël D. van wal. "Julien wachtte buiten, terwijl Romu en Alain een sigaret vroegen. Ik zei dat het geen probleem was als Julien ook binnenkwam. Samen hebben we sigaretjes gerold en gesproken over koetjes en kalfjes. Ik stelde vast dat Julien en Alain alcohol hadden gedronken. Romu niet. Hij was kalmer dan anders. Ze vroegen een schop en kruiwagen, maar ik kon enkel een schop geven. Daarna zijn we weer over vanalles en nog wat beginnen babbelen. Alain vroeg me om 20 euro te mogen lenen. Om bier te gaan halen in de stad. Uiteindelijk zijn ze maximaal een halfuurtje gebleven. Ze zijn samen weggegaan."
Zitting hernomen
De tolk is aangekomen. De zitting wordt hernomen. De volgende naam op de getuigenlijst is die van Raphaël D. (50). Hij woonde ten tijde van de feiten in een caravan op camping Marva III. Romuald Verburgh, Julien Butera en Alain Deltrude gingen kort na de moord bij hem langs.
Raphaël D. zet meteen de toon als hij richting voorzitter stapt. Hij steekt z'n hand op naar de beschuldigenbank.
Zitting geschorst
De zitting wordt noodgedwongen geschorst. De volgende getuigen zijn Franstalig en de tolk blijkt nog niet aanwezig in het assisenhof.
"Deltrude niet zo geloofwaardig"
Meester Filip De Reuse keert nog even terug op de belastende verklaring die Alain Deltrude deed ten aanzien van zijn cliënt bij de gerechtspsychiater. "Naast het feit dat Romuald geslagen had, vertelde Deltrude ook dat hij drugs genomen had. Als hij dat zo tegen u gezegd heeft, is dat wel gelogen. Het is achteraf bewezen dat Romuald geen drugs genomen had. Alain Deltrude is voor mij dus niet zo geloofwaardig..."
"Slachtoffer was een voorwerp"
Anthony Mallego, de advocaat van Alain Deltrude, vraagt aan de gerechtspsychiaters wat de trigger kan geweest zijn om zo'n gruwelijke feiten te plegen. Zijn cliënt stond immers nog niet gekend voor agressie. "Hij had natuurlijk alcohol gedronken", antwoordt Paul Lodewyck. "Dat vermindert de remming van impulsen. Alain Deltrude verklaarde dat hij heel erg kwaad was. Bovendien is hij een man zonder empathie. Kil en koel. Het slachtoffer was voor hem een object, een voorwerp. Hij heeft het lichaam ook in brand gestoken. Het is dus een samenhang van factoren."
"Al in psychiatrisch verslag sprake van slagen Verburgh"
Alain Deltrude verklaarde afgelopen vrijdag plots dat ook Romuald Verburgh in de caravan slagen had uitgedeeld aan het slachtoffer. Jarenlang leek hij het tegendeel te hebben beweerd, al blijkt die belastende verklaring nu ook al in het psychiatrisch verslag te hebben gestaan. Tussen de regels door en in één zin. "Ook Romuald Verburgh deelde slagen uit", klonk het uit de mond van Deltrude bij de psychiater.
"Verburgh probeerde zich van z'n schoonste kant te laten zien"
Paul Lodewyck staat nu stil bij de levensloop van Romuald Verburgh. Die leefde volgens de gerechtspsychiater in de marginaliteit. "De beschuldigde heeft een gerechtelijk verleden met verschillende veroordelingen. Door de politierechtbank, maar ook correctioneel voor feiten van diefstal, slagen en verwondingen en drugs. We vonden ook veel politionele interventies terug voor overlast, vechtpartijen en andere zaken."
Volgens Lodewyck probeerde Verburgh zich tijdens het psychiatrisch onderzoek van z'n schoonste kant te laten zien. "Hij vertelde heel weinig over de negatieve elementen in z'n leven en plaatste zichzelf altijd in de slachtofferpositie. De beschuldigde beschreef zichzelf als een rustig persoon met een groot hart."
Ook bij Romuald Verburgh werd geen geestesstoornis vastgesteld.
"88 politionele interventies met Butera als verdachte"
Volgens gerechtspsychiater Geert De Bruecker stond Julien Butera op het moment van de moord al gekend als verdachte in liefst 88 politionele interventies. Voor de duidelijkheid: dit wil niet zeggen dat hij voor al deze feiten veroordeeld werd. Butera kampte met een alcoholprobleem en werd daarvoor al verschillende keren opgenomen in psychiatrische instellingen. "Hij was heel meewerkend tijdens het onderzoek", stelt De Bruecker. "We vonden geen enkele indicatie terug van enige verstoring van de realiteit. Butera kampte niet met wanen of hallucinaties."
Het risico op nieuwe levensbedreigende delicten is volgens de psychiaters bij Butera gering. Dat op ander delinquent gedrag is dan weer aanzienlijk.
"Het slachtoffer betekende voor hem niets"
De gerechtspsychiaters stelden bij Alain Deltrude geen geestesstoornis vast. "Hij was wel wat aan de zwakbegaafde kant. Hij toonde geen empathie en liet geen emoties blijken. Het slachtoffer betekende voor hem niets. Hij was kwaad op die man, omdat hij zich door hem bestolen voelde. Als hem onrecht werd aangedaan, kon hij naar eigen zeggen zeer impulsief reageren. In zo'n gevallen had hij een kort lontje. Ook tijdens de feiten verkeerde hij in een enorme colère. Hij was zwaar onder invloed van alcohol en had ook medicatie genomen. Pas enkele dagen later in de gevangenis besefte hij naar eigen zeggen wat hij gedaan had."
Turbulent leven Deltrude
Alain Deltrude kende tot nu toe een turbulente levensloop, zo vertelt gerechtspsychiater Paul Lodewyck. "Zijn vader dronk en was zeer agressief. Alain herinnerde zich de slagen van z'n vader. Het heeft z'n jeugd getekend."
De beschuldigde verklaarde aan de psychiater dat hij van jongs af aan geïnteresseerd was in meisjeskleren. In z'n puberteit ontdekte hij z'n homofiele geaardheid. "Alain had in het verleden weinig vaste jobs. Hij werkte vooral in de horeca en was ook vele jaren actief als prostituee. Zijn huwelijken met Marokkaanse dames waren allemaal schijnhuwelijken om hen aan een Belgische nationaliteit te helpen. Hij deed dat voor het geld."
Gerechtspsychiaters
De zitting gaat om 9 uur van start met de getuigenis van de gerechtspsychiaters. Hans Hellebuyck, Paul Lodewyck en Geert De Bruecker onderzochten onder meer de gevaarlijkheid van de drie beschuldigden.